skip to Main Content

014 Kale plekken in de kernen

Het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Westland
Postbus 150 2670 AD
Naaldwijk

4 oktober 2010

Betreft: schriftelijke vragen aan het College van Burgemeester en Wethouders in het kader van artikel 26 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de Gemeenteraad 2006

Geacht College,

Bekend is dat de vele kale plekken in en/of nabij de kernen voor vele burgers en ook voor onze fractie “een doorn in het oog” is. De kale plekken komen onder meer voor in Naaldwijk, Honselersdijk, Poeldijk, Monster, Ter Heijde, De Lier en ‘s-Gravenzande. Dus eigenlijk alle kernen hebben daar onder te lijden. Wij vinden dat bebouwing de hoogste prioriteit heeft. Zo denken wij ook aan huisvesting voor senioren en starters. Zo kan de leefbaarheid van de kernen op peil gehouden worden en mogelijk zelfs verbeterd.

In het verleden is er te ruimhartig toestemming gegeven om de bestaande bebouwing te slopen zonder dat nieuwbouw zeker zou plaatsvinden waardoor een beeld van kaalslag in en bij de kernen is kunnen ontstaan. De fractie Westland Verstandig is van oordeel dat aanvragen tot sloop kritischer bezien moeten worden en met name zal sloop en daadwerkelijke realisering van nieuwbouw gekoppeld moeten worden.

De regelgevingen waaraan getoetst moet worden zodra er een sloopvergunningsaanvrage binnenkomt zijn belangrijk. In de eerste plaats moet aan de Bouwverordening getoetst worden, doch daarin kunnen nagenoeg geen inhoudelijke toetsgronden worden opgenomen. Een sloopvergunningsaanvrage dient dan ook tevens getoetst te worden aan het bestemmingsplan als daarin een sloopregeling is opgenomen. Zie in dit geval onder meer artikel 3.20 van de Wet Ruimtelijke Ordening waarin die mogelijkheid gegeven is.

Dit betekent dat in bestemmingsplannen een verregaande regeling kan worden opgenomen voor het al of niet honoreren van sloopvergunningsaanvragen. Westland Verstandig is van oordeel dat gezien de bij burgers ervaren problemen inzake de kaalslag in de diverse kernen, er met de grootste spoed bestemmingsplanvoorschriften moeten worden opgenomen in (kern)bestemmingsplannen waarin criteria voor het al of niet verlenen van een sloopvergunning worden opgenomen. Met name moet de eis gesteld worden dat realisering van acceptabele nieuwbouw absoluut zal geschieden direct na de sloop. Dit behoudens bijzondere omstandigheden.

Dit leidt tot de navolgende vraag:

  • Is Uw College bereid om op de meest korte termijn in de bestemmingsplannen die betrekking hebben op de kernen van Westland voorschriften inzake de sloop van bouwwerken op te nemen en die voorschriften dusdanig in te richten dat geen sloop kan plaatsvinden voordat daadwerkelijk reëel zicht is op nieuwbouw?

De fractie van Westland Verstandig verzoekt u de vragen binnen de daarvoor gestelde termijnen schriftelijk te beantwoorden.

Hoogachtend,
U e.a.,

P.J.L.J. Duijsens
Namens de fractie Westland Verstandig

Back To Top