Betreft: schriftelijke vragen aan het College van Burgemeester en Wethouders in het kader van artikel…
Rondvraag voor de Raadsvergadering van 8 juli 2014; inzake Centrumplan ‘s-Gravenzande
Rondvraag voor de Raadsvergadering van 8 juli 2014
Inmiddels is het centrumplan van ’s-Gravenzande uitgesplitst in drie fases. Deels wordt nu gekozen voor renovatievarianten. ’s-Gravenzande wordt ingedeeld in drie plangebieden. In de tussentijd is C1000 vertrokken en dreigt de Bazar eveneens op korte termijn tot sluiting van haar pand over te gaan. Zowel de inwoners van ’s-Gravenzande als de winkeliers krijgen blijkbaar geen duidelijkheid over wat er nu precies te gebeuren staat en wanneer.
De start wordt wederom verbonden aan het onherroepelijk worden van de bouwvergunning en het bereiken van overeenstemming met de winkeliers in plangebied 1. Zowel voor de winkeliers, inwoners als Raad bestaat op dit moment een volstrekt onduidelijk beeld. Ook in de begeleidingscommissie Kern Winkelgebied ’s-Gravenzande wordt een dergelijke duidelijkheid niet gegeven.
Dit leidt tot de navolgende vragen:
- Ingevolge artikel 18 van de destijds aangegane samenwerkings-overeenkomst dient het Bouwfonds/OCHVG de percelen grond die de gemeente heeft verworven van in totaal circa € 12.5 miljoen te vermeerderen met BTW, rente en kosten, te voldoen bij start van het plan. Gaat dat inderdaad gebeuren en ook in zijn totaliteit?
- Wanneer is nu de start te verwachten? Is het hele centrum nog steeds klaar begin 2017?
- De wethouder heeft tijdens de vorige raadsvergadering toegezegd te zullen uitzoeken hoe het zit met het onherroepelijk worden van de omgevingsvergunning. Gewezen is toen op artikel 1 onder f dat als binnen een termijn van zes weken na bekendmaking van de beslissing tot niet-ontvankelijk- danwel ongegrondverklaring van het tegen de vergunning gerichte bezwaar daartegen een beroepschrift maar geen schorsingsverzoek is ingediend, er nog geen uitspraak omtrent het beroep voorhanden en een onafhankelijk juridisch deskundige in een legal opinion heeft geconcludeerd dat het beroep niet zal leiden tot herroeping van de vergunning. Dit staat onder de beschrijving van de bruikbare bouwvergunning. De wethouder wist bij de vorige raadsvergadering niet dat deze bepaling in het contract voorkwam en zou dat nakijken. Vervolgens is niets meer vernomen. Hoe zit dat en waarom heeft de wethouder Bouwfonds niet gehouden aan deze contractuele bepaling waardoor allang duidelijkheid verkregen had kunnen worden? Is dit een fout of een omissie en hoe wordt deze hersteld en welke consequenties trekt de wethouder uit deze fout/omissie?
- Waarom wordt niet beter gecommuniceerd naar de inwoners van Westland en de winkeliers en ook naar de Raad?
- Is de ontwikkelaar bekend met de plannen van het College inzake de XXL-supermarkt in Naaldwijk met bijbehorende detailhandel? Hoe reageert die ontwikkelaar op die plannen die bij het doorgaan –gezien de enorme omvang daarvan- een regelrechte bedreiging vormen voor het welslagen van de winkelcentrumplannen in ’s-Gravenzande?
- Ingevolge de overeenkomst dient er ook sloop op kosten van de gemeente plaats te vinden en de gemeente dient daartoe een sloopbestek op te stellen en de sloop uit te besteden ingevolge het aanbestedingsbeleid. Zie artikel 21.2. Hoever staat het daarmee en is dat bestek er en is dat ook al aanbesteed?
- Zijn er inmiddels planschadeaanspraken binnengekomen bij de gemeente naar aanleiding van het bestemmingsplan?
Ten overvloede: deze vraag is actueel en urgent daar ten onrechte geen communicatie naar buiten toe plaatsvindt over de voortgang en snelle duidelijkheid in het belang van de inwoners van ’s-Gravenzande is.
Namens de fractie van Westland Verstandig
Peter Duijsens,
Fractievoorzitter