skip to Main Content

Vragen aan het College; inzake positie gemeente ten opzichte van woningcorporaties

Het College van Burgemeester en Wethouders
van de Gemeente Westland
Postbus 150
2670 AD NAALDWIJK

Betreft: schriftelijke vragen aan het College van Burgemeester en Wethouders in het kader van artikel 26 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de Gemeenteraad 2006 inzake positie gemeente ten opzichte van woningcorporaties

 

Vraag 163 2014-2018

 

Edelachtbaar College,

 

Bekend is dat een aantal Nederlandse gemeenten in procedures verwikkeld zijn met minister Blok van de VVD en met Vestia over de voorgenomen verkoop door Vestia van sociale huurwoningen. De betreffende gemeenten willen dat de woningen behouden blijven voor de sociale voorraad. Zij vrezen dat in die gevallen de buitenlandse belegger de huren fors verhoogt of woningen verkoopt aan particulieren (en dus uitponden). Minister Blok van Wonen wees eerder bezwaren van de gemeenten van de hand onder meer omdat de buitenlandse beleggers net als de corporaties zijn gebonden aan regels voor het verhogen van de huren. Nu de minister wel aangeeft dat volkshuisvesting een lokale aangelegenheid is, maar de lokale overheid niet mag beslissen of woningen uit de sociale voorraad worden gehaald, terwijl er een groot gebrek aan sociale huurwoningen is, lijkt dat niet correct. Ook zien we dat na het leegkomen van sociale huurwoningen ook nu al de woningcorporaties de huur tot ver boven de € 700,– ophogen.

 

Dit leidt tot de volgende vragen:

  • Waarom wordt door het College niet de eerder door Westland Verstandig en ook door een andere politieke partij binnen Westland geuite wens ingevuld om wederom een eigen woningbedrijf op te richten? Financieel bezien betekent het nauwelijks een belasting omdat nu de gemeente ook al ruime garanties heeft afgegeven ten behoeve van de bestaande drie woningcorporaties. Hoeveel zijn hiervan en worden die nog steeds verder uitgebreid?
  • Is het College bereid om de gemeenten die vorenstaande verkopen aanvechten –Arnhem, Dongen en Leusden- eventueel bijval te geven en eventueel via de VNG een algemeen beleid te ontwikkelen, zulks als antwoord op hetgeen minister Blok van Wonen aangeeft, namelijk dat verkoop wel mag plaatsvinden?
  • Verkoop aan speculanten van sociale huurwoningen is natuurlijk in zijn algemeenheid een slechte zaak en geeft nu, maar in ieder geval op termijn, problemen. Is het College het daarmee eens? Op welke wijze kan dit in Westland voorkomen worden nu bekend is dat onze grootste wooncorporatie vele honderden woningen in Den Haag gaat bouwen omdat daar wel sociale huurwoningen gebouwd kunnen worden en in Westland niet vanwege onder meer de hoge grondprijs? Dit betekent in feite dat die wooncorporatie in Westland verdiende gelden en gelden welke zijn verkregen door de overdracht van de gemeentelijke woningbedrijven De Lier en ’s-Gravenzande buiten Westland gaat investeren in sociale woningbouw. /dat is toch ook niet in het belang van Westland en haar inwoners?
  • Welke maatregelen kan het College nemen om herhaling van investeren buiten Westland in de toekomst te voorkomen? Overigens is Westland Verstandig in een persoonlijk gesprek met Arcade wel ervan overtuigd geraakt dat Arcade geen andere keuze had dan te handelen zoals zij deed en uitgaande van haar doelstelling. Is het niet jammer dat doordat het College weigerde af te boeken op de gronden Westland zich in deze situatie gebracht heeft?

 

De fractie van Westland Verstandig verzoekt u de vragen binnen de daarvoor gestelde termijn schriftelijk te beantwoorden.

 

Hoogachtend,
U e.a.,

 

Namens de fractie Westland Verstandig

P.J.L.J. Duijsens,

Fractievoorzitter

Back To Top