skip to Main Content

Vragen aan College inzake aanvullende vragen groenonderhoud

Het College van Burgemeester en Wethouders
van de Gemeente Westland
Postbus 150
2670 AD  NAALDWIJK

 

 

28 september 2020

 

Betreft: schriftelijke vragen aan het College van Burgemeester en Wethouders in het kader van artikel 42 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de Raad 2016 inzake aanvullende vragen over groenonderhoud

 

Vraag 930 2018-2022

 

Edelachtbaar College,

Naar aanleiding van onze eerdere artikel 42-vraag dat veel inwoners zich beklagen over de wijze waarop het groenonderhoud in de Westlandse plantsoenen wordt uitgevoerd, heeft onze fractie een zeer constructief en nuttig gesprek gehad met een aantal ZZP’ers die in onderaanneming werkzaamheden uitvoeren. Zij hebben ons terecht erop gewezen dat er ook groenverzorgers zijn die wel voldoende inspiratie vinden om goed en snel werk te leveren. Zij hebben ons wel gewezen op een aantal dilemma’s waar ook zij voor staan. Vandaar deze aanvullende vragen.

Het eerste dilemma is dat blijkbaar de gemeente Westland per onderdeel het werk heeft uitbesteed aan aannemers in het groen en daarbij is onderscheid gemaakt tussen aannemers die de plantsoenen moeten verzorgen, aannemers die de fietspaden en trottoirs en openbare wegen moeten doen. Wellicht is er nog meer splitsing gemaakt, maar in ieder geval dat is wat ons ter oren is gekomen.

Nu wil het zijn dat vaak het groen in de perken goed wordt bijgehouden en ook goed wordt geschoffeld, maar dat aansluitend het groen op het trottoir of op de weg of het fietspad niet wordt onderhouden en dat betekent dus dat er een groot contrast is tussen wat wel wordt bijgehouden en waar soms tientallen centimeters hoog onkruid staat. Als dan de mensen die het groen van het perkje hebben bijgeschoffeld weggaan, dan krijgen zij vaak de opmerking waarom ze weggaan omdat niet al het werk gedaan is. Zij kunnen en mogen dat niet doen omdat dat niet in hun opdracht zit. Ook maken zij ons erop attent dat vaak vuil wordt gestort in Westlandse perkjes en ook dat mogen zij niet meenemen en dat betekent dat als zij dan weggaan, zij vaak een verwijt krijgen dat ze niet alle vuil meenemen. Ook dat is geregeld een onderwerp van gesprek met omwonenden.

Voorts is door de Europese aanbesteding geen enkel Westlands bedrijf meer in beeld voor het onderhoud en de buiten Westland gevestigde bedrijven maken natuurlijk wel vaak weer gebruik van ZZP’ers, dan wel Westlandse bedrijven die weer kleine onderdelen uitvoeren. De vraag is of dat allemaal ook weer verstandig is en bijdraagt aan het goede en snelle onderhoud wat het minste kost en het meeste oplevert.

Dit leidt tot de volgende vragen:

  • Kan het College een opsomming geven van alle contracten die zijn afgesloten met betrekking tot het beheer van het openbaar gebied in geheel Westland en kan het College ook aangeven met welke bedrijven contracten zijn gesloten?
  • Kan het College ervoor zorgdragen dat op zo kort mogelijke termijn het onderhoud van bepaalde delen van kernen bij één aannemer komt te rusten, zodat de verschillen van mening zoals hiervoor zijn aangegeven en ook de misverstanden die rijzen, zich niet meer kunnen voordoen?
  • Is het niet het meest praktische en ook het minst lastige om bij één bedrijf de verantwoordelijkheid te leggen voor al het onderhoud, of dat nu op het fietspad, het trottoir of in de perken is en kan het ook niet zo zijn dat hetzelfde bedrijf ook zorgdraagt dat trottoirs weer goed en recht komen te liggen en dat zij ook daarop toezicht houden?
  • Is het College van oordeel dat op de huidige wijze het meest rendabel gewerkt wordt of valt daar nog een slag op te maken? Als het antwoord ja is, wanneer gaat het College dan die slag maken?

De fractie van Westland Verstandig verzoekt u de vragen binnen de daarvoor gestelde termijn schriftelijk te beantwoorden.

Hoogachtend,
U e.a.,

Namens de fractie van Westland Verstandig
Peter Duijsens

 

Back To Top