skip to Main Content

Inhoud optieakte wethouder wel afwijkend en op “zijn” maat gemaakt. Noodzaak stoppen met huidige handhaving nogmaals aangetoond

Inhoud optieakte wethouder wel afwijkend en op “zijn” maat gemaakt. Noodzaak stoppen met huidige handhaving nogmaals aangetoond

Het College deed nogal geheimzinnig over de inhoud van de optieovereenkomst die de gemeente met haar wethouder sloot. Vreemd en  niet nodig, nu die akte gewoon openbaar en voor iedereen zichtbaar is in het Kadaster. Lezing wijst uit dat de afspraken in de optieakte fors afwijken van de gehanteerde modelakte. De wethouder wordt dus -zoals vermoed- bevoordeeld ten opzichte van anderen.
Erkend wordt met zoveel woorden in de akte met de wethouder, dat de beleidsregels uit 2017 niet van toepassing zijn op het geval van de wethouder. Ze worden voor zover dat uitkomt toch -voor een deel gewijzigd- gebruikt, maar hebben dan een heel ander effect dan in andere gevallen. M.a.w. de modelregels worden zo toegepast dat de wethouder o.m. het tuinbouwbedrijf voor de optieakte niet heeft hoeven aanbieden aan zijn buren en de woning ook niet gedurende 6 maanden. Ook andere beleidsregels zijn niet of niet correct toegepast, duidelijk omdat die niet te pas kwamen. Het dringend belang van de glastuinbouw telde ook even niet, want blijkbaar is een constructie bedacht om deze kwestie nu vooruit te schuiven in tijd -10 jaar- zonder dat de wethouder zijn eigendom kwijtraakt of de bewoning hoeft te staken. In dat opzicht is de optieakte een knap stukje werk, ongetwijfeld bedacht door dure adviseurs van de gemeente. Daarom duurde het blijkbaar ook zo lang –ca. 5 maanden- voordat de akte kon passeren
Behalve vorengenoemde afwijkingen heeft de wethouder voor 10 jaar -bij de “gewone” Westlanders voor ten hoogste 10 jaar- een omgevingsvergunning en zijn de inroepcondities van de optie door derden veel lastiger gemaakt dan in andere gevallen. Bijvoorbeeld de duur van het aangegane pachtcontract is voor de optie van belang en lijkt het erop dat degene die de optie inroept dat moet doen voor tuinderij en woning en vervolgens de woning moet slopen. Dit is niet echt aantrekkelijk. Ook dit gebeurt niet in andere gevallen. Helemaal vreemd is het dat in het geval van de wethouder na 10 jaren de situatie herleeft zoals die bestond vóór het worden van wethouder: een agrarische woning gebruikt als burgerwoning en een daarvan afgesplitste tuinderij die door een derde wordt geëxploiteerd. In de modelovereenkomst wordt dat anders en slechter voor de gewone burger geregeld. Er zijn nog veel meer afwijkingen overigens. Ook geldt niet de eis van de 1.000 m2 voor de huiskavel.
Westland Verstandig vindt dat de aanpak van de wethouderskwestie aantoont dat handhaving in het buitengebied direct moet stoppen. Leidt tot niets. Blijkbaar wordt naar de persoon gekeken bij de wijze van handhaving, kost heel veel geld en maakt de betrokken burgers erg boos en verdrietig. Wat nu gebeurt heeft Westland Verstandig al eerder opgemerkt, maar de wethoudercasus toont nogmaals aan dat handhaving enkel voor de bühne geschiedt en niet goed voor Westland is. Handhaven alleen in nieuwe gevallen van strijdigheden, oude gevallen niet en alleen dan als er een concreet reconstructieplan feitelijk wordt uitgevoerd.

Namens de fractie van Westland Verstandig
Peter Duijsens

 

Back To Top