Vragen aan College inzake handelwijze begraafplaatsen

Het College van Burgemeester en Wethouders
van de Gemeente Westland
Postbus 150
2670 AD  NAALDWIJK

17 maart 2020

Betreft: schriftelijke vragen aan het College van Burgemeester en Wethouders in het kader van artikel 42 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de Raad 2016 inzake handelwijze begraafplaatsen

Tezamen met verzoek om inlichtingen ingevolge artikel 43

Vraag 860 2018-2022

Edelachtbaar College,

Onze fractie blijft benaderd worden door zeer teleurgestelde en verdrietige inwoners uit Naaldwijk, Monster, ’s-Gravenzande en Maasdijk die verontwaardigd zijn over de wijze waarop door uw College is gehandeld op de diverse begraafplaatsen. Blijkbaar worden met bulldozers graven weggehaald, vindt ophoging met zand plaats en wordt daarna meestal maar een deel van het gedenkteken teruggeplaatst en niet het geheel. Eerder stelden we daar al vragen over dat zaken die de nabestaanden dierbaar zijn blijkbaar op één grote hoop gegooid worden. Het antwoord vanuit het College op mondelinge vragen van inwoners maakt deze nog verdrietiger en zelfs boos. Steeds zou sprake zijn geweest van een gedogen van het hebben van voorwerpen op de graven en dus was de gemeente volledig gerechtigd om alles wat op de graven staat weg te pakken en niet meer terug te plaatsen

Onze fractie wordt bericht dat eerder ophogingen hebben plaatsgevonden en dat dat steeds twee of drie graven betrof die dan vervolgens na de ophoging en het herstel in de oude toestand weer voorzien werden van de herinneringen die vaak op de graven staan. In de regel leidde dat tot positieve reacties van de nabestaanden. Nu is het tegendeel het geval. Nu worden blijkbaar hele delen van de begraafplaatsen massaal aangepakt, wordt alles op een hoop gegooid en worden de graven ook niet meer teruggeplaatst, in zoverre dat de randen die tot de graven behoren niet meer teruggeplaatst worden omdat die randen vaak door de nabestaanden zelf zijn aangebracht bij gemeentegraven. In Naaldwijk blijken wel graven te bestaan die door de gemeente vergund zijn inclusief de randen, maar ook die zijn weggehaald en niet meer teruggeplaatst. Hier zit de gemeente dus fout.

De vraag is waarom de gemeente nu groot materieel inzet en alles op de wijze aanpakt zoals nu het geval is met het nodige verdriet van onze inwoners tot gevolg. Dit is een verkeerde aanpak en die moet onmiddellijk stoppen.

Ook is de vraag in hoeverre het College zich verdiept heeft in de bijzonderheden die voor iedere begraafplaats weer gelden. Ook de niet duidelijke aanduidingen dat werkzaamheden zouden plaatsvinden, laat staan dat de kennisgeving “ophogen algemene graven” voor nabestaanden niet duidelijk was wat de gevolgen daarvan waren, is de vraag of het College in deze wel zorgvuldig en secuur gehandeld heeft.

Dit leidt tot de volgende artikel 42-vragen:

• Kan het College per direct stoppen  met vorenstaande werkzaamheden?
• Is het College het met de fractie van Westland Verstandig eens dat in deze onzorgvuldig gehandeld is en dat een excuus richting de nabestaanden zeker op zijn plaats is?
• Op welke wijze denkt het College hetgeen fout gegaan is alsnog te herstellen en de graven zoveel als mogelijk in de oude staat terug te brengen?
• Waarom heeft het College zelf niet de conclusie getrokken om direct met de werkzaamheden te stoppen?
• Wat moet er nog uitgevoerd worden?

Artikel 43-verzoek:

• Gaarne wil onze fractie ontvangen het aanbestedingscontract waarbij het College de werkzaamheden op alle begraafplaatsen inzake het ophogen van graven heeft aanbesteed.
• Wie voerde de controlewerkzaamheden uit en als dat een extern bureau is, welke afspraken zijn met dat bureau gemaakt?

De fractie van Westland Verstandig verzoekt u de vragen binnen de daarvoor gestelde termijn schriftelijk te beantwoorden.

Hoogachtend,
U e.a.,

Namens de fractie van Westland Verstandig
Peter Duijsens