skip to Main Content

Duidelijke conclusies in onvolledig RKC-rapport asbest Wateringen

Westland Verstandig: Duidelijke conclusies in onvolledig RKC-rapport asbest Wateringen; Onderzoek naar de echte feiten en de waarheid moet nog plaatsvinden.

Gisteren is -met een hoop nodeloos gedoe- het rapport van de Rekenkamercommissie gepresenteerd. Een gedegen feitenonderzoek in zaken als deze is noodzakelijk, al was het maar omdat grote delen van het dossier -na duidelijke onderlinge afstemming- geheim gehouden worden door de gemeente, provincie en zelfs instanties als de GGD. Het uitvoeren van een feitenonderzoek was ook toegezegd en voordat conclusies getrokken zouden worden, zou het feitenonderzoeksrapport worden voorgelegd aan de gemeenteraad en alle direct betrokkenen. Die konden dan reageren in het kader van hoor en wederhoor. Dit is ten onrechte niet gebeurd en direct is er al een eindrapport opgemaakt. Het gevolg is een rapport met duidelijk onjuiste feiten en feiten die ontbreken. Voorts zijn in het onderzoek niet alle feiten meegenomen, deels omdat ze geheim gehouden worden. Er zal helaas een aanvullend onderzoek nodig zijn. De voorzitter van de Rekenkamercommissie heeft inmiddels aangeboden eventueel een verdiepend onderzoek te doen. Dit zal dus volgens onze fractie nodig zijn. Een voorbeeld van een onjuist feit is de constatering dat de GGD-adviezen gebaseerd zijn op de 96 aanvullende rapporten over aangetroffen asbest in de buurt na april 2015, welk asbest daar aanwezig was tot begin 2016. Dit betrof ook asbeststofdeeltjes en die zijn gevaarlijk voor de gezondheid. Bij dit persbericht voeg ik de brief van de GGD van 29 augustus jl. waaruit blijkt dat de GGD slechts 2 rapporten had. In het RKC-rapport dat qua opbouw een meer dan rommelige indruk geeft, worden ook de meest essentiële vragen gewoon niet beantwoord, zoals is het verantwoord geweest -nadat bleek dat in april 2015 nog volop asbest aanwezig was- om niet direct schoonmaakactie te ondernemen en daarmee te wachten tot januari als de druk zo hoog wordt opgevoerd door de belanghebbenden, enkele raadsfracties en de provincie, dat de burgemeester wel tot actie moet overgaan. Ook wordt niet echt ingegaan op de rol van de provincie, de 2 per toeval bekend geworden rapporten van de provincie die duidelijk zeer negatief waren over de handelwijze van de gemeente. Ondanks alle tekortkomingen in het rapport is de “overkoepelende conclusie” duidelijk negatief: slordigheden in de uitvoering van de werkzaamheden en de rapportages, te veel op afstand communiceren door de gemeente, te beperkt inspelen en onvoldoende rekeninghouden met nieuwe ontwikkelingen, door gedrag van gemeente bestond geen enkel vertrouwen meer in de aanpak bij een deel van de bewoners, de hele afhandeling heeft relatief lang geduurd. Met andere woorden: niet is geluisterd naar de inwoners, zij zijn slecht geïnformeerd, de uitvoering liet te wensen over, men deed maar wat en hield geen rekening met de feitelijke situatie. Best wel ernstig. Wel wordt geconstateerd dat binnen de wet en regelgeving is gehandeld, zij het dat wellicht gaandeweg andere keuzes hadden moeten worden gemaakt. De vraag is of deze conclusie strookt met het vaststaande gegeven dat de Wateringers meer dan 1 jaar onnodig rondwaaiend en los asbest in hun wijk hadden. Duidelijk dus wel een negatief oordeel over de wijze van aanpak. Vreemd is het dat niets geconcludeerd wordt over de ommezwaai die het College maakte in januari en februari 2015. Eerst werd algehele sanering toegezegd van openbaar en privé verontreinigd gebied. Echter toen dat moest gebeuren begon de gemeente terug te krabbelen en ontstonden problemen met wie wat moest doen. Het schoonmaken van halve tuintjes en gedoe over asbest onder dakpannen waren onder meer daarvan het gevolg. Veel te hoge, vaak dubbele kosten zonder volledige sanering te bereiken waren het gevolg. Voorts is het altijd verkeerd als een gemeente haar toezeggingen niet nakomt. De onderzoeker drukte dat uit tijdens zijn presentatie voor de raadscommissie: de gemeente werd gaandeweg korzeliger en terughoudender in actiebereidheid en werd ook steeds terughoudender met het verstrekken van juiste, volledige en tijdige informatie. In het rapport is die ernstige constatering niet echt terug te vinden. Of het rapport politieke gevolgen zal hebben moet verder nog bekeken worden. Onze fractie zal met de betrokken burgers verder overleggen om ook hun reactie mee te nemen in ons verder oordeel.

 

Namens de fractie van Westland Verstandig

Peter Duijsens,

Fractievoorzitter

Back To Top