skip to Main Content

Vragen aan College inzake nadere invulling terechte wensen sportverenigingen De Lier

Het College van Burgemeester en Wethouders
van de Gemeente Westland
Postbus 150
2670 AD  NAALDWIJK

 

 

24 juli 2020

 

Betreft: schriftelijke vragen aan het College van Burgemeester en Wethouders in het kader van artikel 42 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de Raad 2016 inzake nadere invulling terechte wensen sportverenigingen De Lier

 

Vraag 899 2018-2022

 

Edelachtbaar College,

Zoals bekend hebben een aantal sportverenigingen in De Lier de handen ineengeslagen en hebben een plan gepresenteerd om in ieder geval tot 2030-2035 genoeg ruimte te hebben om hun sportactiviteiten ter plaatse op een veilige en goede manier te kunnen uitoefenen. Al vóór 2010 was sprake van een ruimtegebrek en dat ruimtegebrek is alleen maar toegenomen, zeker gezien de groei van het inwonertal van De Lier. Daar het College inmiddels heeft aangegeven in de Perspectiefbrief geen heil te zien in de plannen en ook geen financiële middelen daarvoor beschikbaar wenst te stellen, worden de plannen van de sportverenigingen in de politieke sfeer getrokken. Zoals de vlag er nu bijstaat hebben diverse partijen –voorzichtig tellend is dat de meerderheid van de Raad- zich al uitgesproken voor de uitvoering van de plannen op korte termijn en tijdens het bezoek van onze fractie aan de verenigingen is ook duidelijk dat zij een en ander goed kunnen onderbouwen.

Het alternatief wat het College aandroeg tijdens de bijeenkomst met de verenigingen op maandag jl. –intensiever gebruik van de bestaande accommodaties en eventueel gebruik van de nog te realiseren gymzaal bij de nieuwe school in de nieuwbouwwijk- is geen werkbare goede oplossing.

Er zijn echte oplossingen nodig voor de drie bestaande problemen: een tekort aan buitenruimte, een tekort aan binnenruimte en een tekort aan parkeerplaatsen.

De verenigingen zelf hebben een plan neergelegd wat neerkomt op aankoop van een tuinbouwbedrijf wat gekocht kan worden omdat de eigenaar verkoopplannen heeft en infrastructurele wijziging en uitbreiding van de bestaande complexen. Als dat plan –zogenaamd scenario A- gerealiseerd kan worden, dan is een en ander opgelost en is er ook een plek voor een nog te bouwen nieuwe sporthal bij de bestaande hallen.

De vragen van onze fractie richt zich vooral op de financiële gevolgen:

  • De verenigingen hebben begroot dat verwerving van de onroerende zaak € 1.7 miljoen en het herinrichten –parkeerplaatsen, velden etc.- een bedrag van € 1.9 miljoen zal vergen. Wij willen graag van het College vernemen, dat als deze plannen doorgaan, wat dat dan betekent voor de gemeentefinanciën. Met andere woorden, de € 1.7 miljoen zal door de gemeente geleend moeten worden omdat zoals eerder al vastgesteld in de reserves geen liggende gelden aanwezig zijn. Wat betekent dat dan financieel: welke rente kan de gemeente bedingen (recent heeft Arcade zelfs een negatieve rente voor een 30-jarige lening weten te bedingen)?
  • Wat is de vergoeding die de gemeente kan doorbelasten aan de verenigingen die gebruik gaan maken van de gronden die dan beschikbaar komen?
  • Kan het College op korte termijn met de Provincie afstemmen of de betreffende glastuinbouwbestemming gewijzigd kan worden in sportbestemming en wat de condities van de Provincie daarvoor zullen zijn?
  • De infrastructurele werkzaamheden zouden € 1.9 miljoen bedragen. Kan het College aangeven dat als dit op deze wijze wordt ingevoerd, hoe dat dan financieel door het College vertaald gaat worden in structurele lasten en eventueel incidentele lasten? Gaarne berekening uitsplitsen en onderbouwen.
  • De tennis heeft de voorzieningen zelf gerealiseerd in het verleden en zal dat wellicht ook in de toekomst gaan doen. Kan het College aangeven wat daar de financiële gevolgen van zijn, want dan hoeft er natuurlijk geen vervangingsreserve gevormd te worden omdat de vereniging de investering zelf doet?
  • Kort en goed: Kan het College een financieel plaatje geven vóór het einde van het zomerreces van de gevolgen als de Raad ervoor zou kiezen om de plannen van de verenigingen toch doorgang te laten vinden, uitgaande van het financiële plaatje wat de vereniging zelf aangeleverd heeft?

Met het antwoord op deze vraag wil onze fractie voorkomen dat weliswaar een politieke meerderheid is voor de plannen, maar dat deze toch geen doorgang kunnen vinden vanwege de financiële kanten. Om dat laatste goed in te schatten, moeten we dus exact weten hoe een en ander financieel vertaald kan worden door het College en uiteraard kunnen de fracties daar dan eventueel direct op reageren als zij het op een andere wijze financieel ingevuld zouden willen zien.

De fractie van Westland Verstandig verzoekt u de vragen binnen de daarvoor gestelde termijn schriftelijk te beantwoorden.

Hoogachtend,
U e.a.,

 

Namens de fractie van Westland Verstandig
Peter Duijsens

 

 

 

Back To Top