Vragen aan College inzake correctie fout gedoogbrief

Het College van Burgemeester en Wethouders
van de Gemeente Westland
Postbus 150
2670 AD  NAALDWIJK

2 juli 2020

Betreft: schriftelijke vragen aan het College van Burgemeester en Wethouders in het kader van artikel 42 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de Raad 2016 inzake correctie fout gedoogbrief

Vraag 887 2018-2022

Edelachtbaar College,

Bij onze fractie komen een aantal Westlandse inwoners met brieven van uw College waarbij zij in de gelegenheid gesteld worden ofwel een tijdelijke vergunning aan te vragen voor hun woning, ofwel een vergunning voor onbepaalde tijd. Dit is een gevolg van hetgeen wij in de besluitenlijst lazen en waar het College ook de pers mee opgezocht heeft.

Overigens is er verwarring bij diverse mensen die ook verwijzen naar de 43 gevallen waarin het bestemmingsplan Glastuinbouw wordt gewijzigd, de regelingen die het gevolg zijn van het niet houdbaar zijn van de destijds door het College gevolgde gedoogconstructie en als derde de versoepeling van de handhavingsregels die zoals het College ons verzekerd heeft, uiterlijk op 1 oktober aan de Raad worden toegezonden. Dit gaat om de vervanging van de niet deugdelijke gedoogconstructie.

Blijkbaar worden de inwoners voor een keuze gesteld om een vergunning voor tien jaar aan te vragen, wat dan gratis zou zijn, of een vergunning voor onbepaalde tijd waar dan bijna € 9.000,– voor betaald moet worden omdat een verklaring van geen bedenkingen van de Raad nodig is. Uw College geeft overigens in de brief aan dat de tijdelijke vergunning ook goed is omdat de Omgevingswet en het Omgevingsplan die vergunning dan toch voor onbepaalde tijd laten voortgaan. In ieder geval wil uw College oneigenlijke druk houden op deze woningen om deze te pas en te onpas te gaan gebruiken voor agrarische bedrijfswoningen ofwel voor de sloop.

Het vorenstaande leidt tot de volgende vragen:

• Hoeveel brieven heeft uw College uitgezonden in de afgelopen periode en moeten nog brieven verstuurd worden? Om hoeveel gevallen gaat het dus waarin de gedoogconstructie ondeugdelijk bleek te zijn?
• Op vragen van onze fractie om de beleidsregels te krijgen, heeft uw College geantwoord dat deze beleidsregels er niet zijn en dat enkel het College een besluit genomen heeft. Toch wordt in de brief gewezen op de mogelijke gevolgen van de tijdelijke vergunning. Wat gebeurt er als de Omgevingswet verder niet meer wordt ingevoerd, althans in gewijzigde vorm er gaat komen, en wat gebeurt er als er geen omgevingsplannen gaan komen waardoor de tijdelijke vergunning wel na tien jaar zou eindigen en uw College nu ten onrechte de verwachting gewekt heeft dat ook een tijdelijke vergunning na tien jaar gewoon blijft gelden?
• Waarop is het bedrag van bijna € 9.000,– gebaseerd voor de vergunning voor onbepaalde tijd en waarom heeft uw College die mogelijkheid aangeboden als dat niet meer nodig is op grond van de Omgevingswet?
• Wat is precies de constructie die uw College gaat hanteren bij vergunningen voor onbepaalde tijd? Kan het College dat uitleggen aan de hand van de huidige wetgeving?
• Uw College geeft zes maanden de tijd voor de aanvrage. Is het niet beter om gewoon te wachten totdat de Omgevingswet definitief in werking treedt?
• Wat zijn voor het overige de gevolgen dat de gevolgde gedoogconstructie, zoals al eerder door onze fractie is aangegeven, wettelijk niet correct is en wat gaat uw College doen als er destijds wel brieven door bewoners ontvangen zijn, maar nu geen vervolgbrief is ontvangen?
• Was het niet redelijk geweest om hier beleidsregels voor te maken zodat iedereen weet waar ie aan toe is en had ook niet beter gewacht kunnen worden op de invoering van de handhavingsversoepelingsregels en dat daarin op te nemen?

De fractie van Westland Verstandig verzoekt u de vragen binnen de daarvoor gestelde termijn schriftelijk te beantwoorden.

Hoogachtend,
U e.a.,

Namens de fractie van Westland Verstandig
Peter Duijsens